Dat Boontje een zwak had voor vrouwelijk schoon, is alom gekend. In De paradijsvogel zoemt de grootmeester in op het leven van Beauty Kitt, een alter ego van Marilyn Monroe. Rond dat personage spint hij een roman die zich uitrekt van de vuile, krottige wijk Klooster tot de extreme luxe waarin actrices, impresario’s en producers geld en vrouwen bezitten als wegwerpspeeltjes. Lichtvoetig zijn de romans van Boon maar zelden en ook in De paradijsvogel wroet hij de duistere kanten van de menselijke ziel bloot.
De verhaallijnen strekken hun tentakels uit langs Beauty Kitt, de seriemoordenaar Wadman en de liederlijk levende priester Ramadhoe. Tussendoor krijg je passages uit een soort herschreven evangelie, uitgesproken door de half-comateuze bokser Vulcan Fiber, waarbij de religie ten onder gaat aan hebzucht en erotische verlangens. De paradijsvogel is een soft-erotische roman, zeker naar de normen van die tijd (het boek kwam voor het eerst uit in 1958). De priester Ramadhoe is voor een stuk zelfs het evenbeeld van Boon zelf, want ook hij verzamelt zich een reusachtige feminatheek bijeen.
De paradijsvogel is een gitzwarte roman, zonder straaltje hoop. Normen, zeden en waarden zijn failliet en elk personage verdwijnt uiteindelijk in het zwarte gat van een waardenloze graaicultuur. Op dat vlak doet hij denken aan vroeger werk, zoals Abel Gholaerts. Boon besefte in 1958 wellicht niet hoe profetisch zijn roman vandaag zou blijken te zijn. Het boek is toegankelijker geschreven dan klassiekers als De Kapellekensbaan, maar daarom niet minder meeslepend. Het zoveelste meesterwerk, maar heeft Boon er ooit andere geschreven? Zeker de moeite om terug in te slaan in dit Boonjaar.
Reblogged this on Iris Pinson.
By: Pinson on april 29, 2012
at 2:45 pm